Tabitha van Krimpen: ‘Er is méér dan presteren alleen’

Tabitha van Krimpen: ‘Er is méér dan presteren alleen’

V: Wat boeit jou aan het snijpunt tussen bedrijfsleven en religie?
A: Bij de enorme opdracht onze planeet te redden, zie ik een grote rol weggelegd voor beide. Als het bedrijfsleven geen andere keuzes gaat maken, immateriële waarden durft mee te laten wegen, gaat dat niet lukken.

V: Hoe denk jij te kunnen helpen dat het wél lukt?
A: Mijn missie is om bedrijven en werknemers op weg te helpen bij vragen als ‘wie zijn we?’ en ‘waartoe zijn we op aarde?’. Zodat ze meer richting krijgen. Meer zingeving ervaren. En ook nog eens effectiever zijn in wat ze doen.

V: Welke kansen worden op dit terrein niet gepakt? Waar ze jou dus voor nodig hebben…  
A: Een begrip als MVO, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, klinkt natuurlijk mooi. Maar wat betekent het? En hoe geef je er invulling aan? Dat is lastig. De verleiding om alles te houden zoals het is, want iedereen is er immers aan gewend, is groot.

V: En jij wil die verandering forceren?
A: Dat probeer ik, ja. Mijn primaire focus ligt op jonge werknemers. Die hebben de neiging heel ambitieus te zijn – wat prima is – maar zichzelf daarin voorbij te lopen. Door gesprekken met hen te voeren over het leven naast hun werk, en wat er nog meer van waarde is behalve presteren, daag ik hen uit andere keuzes te maken.      

V: Welke andere keuzes?
A: Een andere dagindeling, bijvoorbeeld. Waarin meer plek wordt ingeruimd voor rust en reflectie.

V: En waardoor er een gezondere balans ontstaat.
A: Zeker. In mijn doelgroep zie je verontrustend hoge percentages van mensen die een burn-out krijgen. Of psychische hulp zoeken. Door op tijd met ze in gesprek te gaan, wil ik dat percentage omlaag brengen.   

V: Dat is een serieuze ambitie.
A: Klopt. Maar als je alleen al ziet hoeveel verschil het kan maken door een luisterend oor te zijn. Ik heb dat zelf meegemaakt in mijn werk voor studentenwelzijn. Een gesprek kan iemands angst of twijfel enorm verlichten. En weer steviger op zijn of haar benen laten staan. Dat is wat dit werk mooi en belangrijk maakt. 

V: Hoe overtuig je jonge werknemers dat het anders kan, en móet?
A: Wanneer ik kan geef ik lezingen en ga ik met jonge werknemers in gesprek. En probeer ik duidelijk te maken dat het bestaan uit meer bestaat dan status, promoties en mooie spullen. Ze te laten inzien dat er naast werk nog een wereld bestaat waar ze medeverantwoordelijk voor zijn. In mijn missie ook die andere kant onder de aandacht te brengen – mensen dienend te leren zijn aan anderen – speelt mijn eigen geloof een grote rol.  

V: Je houdt je, tot slot, ook met politiek bezig. En probeert daar eveneens zaken te veranderen.
A: Momenteel ben ik actief in de lokale selectiecommissie voor de gemeenteraadskandidaten van de ChristenUnie. Daarin ben ik de enige vrouw, en de enige persoon onder de vijftig. Het valt me op dat bij mannelijke kandidaten vaak wordt gezegd ‘ach, dat leert hij wel bij’, het voordeel van de twijfel dus, terwijl men bij een vrouw juist zegt ‘jammer dat ze dát nou net niet heeft’ en haar vervolgens op een zijspoor zetten. Dat móet echt anders!