Sophie Moens: ‘Een betere wereld begint bij onderwijs’
V: Jouw droom is een functie, minister van Buitenlandse Zaken. Het gaat je echt om die ene stoel?
A: Ja, absoluut. Niet omdat het zitten op die stoel een doel op zich is, maar om wat je op die stoel voor de wereld kunt bereiken.
V: Wat kun je op die stoel bereiken?
A: Als minister van Buitenlandse Zaken heb je mogelijkheden om het verschil te maken. En dat is wat ik het liefste wil. Ik ga er bijvoorbeeld alles aan doen om in het diplomatenklasje te komen. Daarmee vergroot je je kansen. Daarnaast wil ik graag minstens zes talen goed leren spreken en hoewel ik al aardig op weg ben, ben ik nu bezig met Arabisch. Een belangrijke taal, want het Midden-Oosten is internationaal al een belangrijke regio en zal in de toekomst alleen maar belangrijker worden.
V: Logische vraag: welk verschil wil je maken als je je droom eenmaal hebt waargemaakt?
A: Kernwoord is dat ik de wereld eerlijker wil maken. Op het gebied van kansen, welvaart, klimaat, mensenrechten, enzovoorts. Neem als voorbeeld even het klimaat: er zijn welvarende landen die hun economie op volle kracht klimaatvriendelijker aan het maken zijn en andere, net zo welvarende landen die er minder prioriteit aan geven. Terwijl die laatste groep landen ondertussen wel profiteert van maatregelen die de meer verantwoordelijke landen nemen. Dat is oneerlijk.
V: Je klinkt verontwaardigd.
A: Dat ben ik ook. Hoewel je jezelf als minister diplomatiek moet uitdrukken, vind ik een heleboel zaken, zoals ze nu gaan, onacceptabel.
V: Hoe ga je al die oneerlijkheid straks aanpakken?
A: Dat is een goeie. Ik kan moeilijk vooruitlopen op allerlei stroperige onderhandelingsprocessen waar je als minister onderdeel van bent. Wat ik ondertussen wél zeker weet: het begint bij scholing. Daar kun je mensen de life skills geven om zich beter voor te bereiden op de maatschappij. Om verbinding en perspectief te creëren. Als je daarmee geen slag maakt, zal het moeilijk worden om de wereldproblemen serieus aan te pakken. En blijft polarisatie ons helaas achtervolgen.
V: Wat is er tegen polarisatie? Dat hoort toch bij politiek?
A: Ik vind het heel erg als mensen onderling geen respect voor elkaar kunnen tonen. Uiteindelijk leidt dat onvermogen ook tot tijdverlies, want als we blijven ruziën over gezaghebbende klimaatrapporten komen we niet verder. Of in ieder geval niet snel genoeg, vrees ik.
V: Heb jij rolmodellen die al doen wat jij later hoopt te doen? Kortom, die je volgt of bewondert?
A: De premier van Nieuw-Zeeland, Jacinda Ardern, spreekt zeker tot mijn verbeelding. En niet alleen bij mij, denk ik. Wat zij enorm goed kan is die mooie gedachte van inclusiviteit ook echt omzetten in de praktijk, dat wil zeggen: als zij spreekt, voelen de mensen in dat land zich oprecht verbonden. Dat is knap.
V: En alleen met zulke leiders kun je de wereld daadwerkelijk eerlijker maken, zeg je eigenlijk.
A: Ik blijf hameren op onderwijs. Daar begint het. Maar inderdaad, pas als je de bubbels weet te doorbreken, zoals Ardern, is er hoop. Dat vind ik ik ook bewonderenswaardig aan de overleden Apple-topman Steve Jobs: hij was misschien niet het toonbeeld van tolerantie en geduld, maar dat hij kruisbestuiving stimuleerde, muurtjes doorbrak in het bedrijf, spreekt me enorm aan. Het is die geest van samenwerking en het bedenken van oplossingen, waar ik aan mee wil bouwen.
Interview aanvragen:
Neem contact op met Elske Doets
Email: e.doets@ylba.nl
Mobiel 06 24811615